Textbestandteil ::

Jordan von Quedlinburg (²VL 4, Sp. 853-861 + ²VL 11, Sp. 811) [Anonym]: Predigt für Ostermontag

Enthalten in:	Gent, Universiteitsbibliotheek. Hs. 1038 Gent, Universiteitsbibliotheek, 1038
lfd. Nr.:	14
Foliierung:	64r-74r
Verfasser:	Jordan von Quedlinburg (2VL 4, Sp. 853-861 + 2VL 11, Sp. 811) [Anonym]
Bezeichnung/Überschrift:	Predigt für Ostermontag
Incipit:	Üs. Noch vanden selven Inc. [W]as ons herte niet berrende in ons doen hoj ons toesprack inden weghe? Den text vander eevangelien bewijst ons hoe datter in dien tijde, dat was opten paestdach, twee van Jesus jongheren ghinghen in een casteel dat Emaus hiet ende was LX stadien gheleghen van Jherusalem ende van alden dinghen die daer gheschiet waren spraken zij onderlinghe. Sinte Gregorius zeit inder omelien dat ons here de II jongheren die inden weghen wandelden ende van hem spraken, maer niet te vollen en geloefden, openbaerde. Maer …
Explicit:	… mach. Gregorius zeit dat die ryvierkens der hemelscher gaven loepen ende vloeien alzo sotelick dat utten hemelschen goede des miners ghemoede datsi die mont des vlechs [!] niet verbieden en can. Maer zeit metten prophete Jheremias: Ah ah ah here god, ic ben een kint ende en can niet spreken.
Texttyp:	Predigt
Anlass:	T 28/2
Bibelstellen:	Lc 24,32
Personennamen:	Gregorius Jeremia
Ortsnamen:	Jerusalem Emmaus
Literatur:	Zumkeller, A., Jordan von Quedlinburg, in: 2VL 4 (1983), Sp. 853-861 +2VL 11 (2004), Sp. 811.
Parallelbestand ermitteln Parallelbestand verbergen 14068

Eingestellt am: 12. Mär 2018 16:09
Letzte Änderung: 12. Mär 2018 16:15
URL zu dieser Anzeige: https://pik-test.ku.de/id/eprint/14068/